Peter Ottenheym
De Ere-Lambieck viel dit jaar in Tegelen en werd uitgereikt aan Peter Ottenheym.
Peter Ottenheym was in 1975 prins van D’n Oeles uit Tegelen en is sinds 1996
actief lid van de Rote Funken in Keulen.
Hij ontdekte in het casino, hoofdkwartier van de beroemde Rote Funken,
in Keulen een asbak uit de begintijd van het Venloos Vastelaovesgezelschap Jocus.
De asbak, een legering van koper en brons van zo’n 15 bij 15 centimeter is voorzien
van de Jocushaan. Daar omheen gedrapeerd de lijfspreuk:
Jocus Vitae Quod Sal Coenae en 2 x 11 = 22.
Omdat Jocus in 1842 is opgericht zou de asbak uit 1864 dateren, zo dacht Peter.
Ottenheym was voornemens dit ‘zeldzame’ exemplaar ter beschikking te stellen voor
de grote jubileumexpositie van Jocus en zocht hiermee de media op, die in geuren en kleuren
het verhaal naar buiten brachten.
Nog geen 24 uur later kwam de media met de berichtgeving dat het prachtig stukje antiek
iets minder oud bleek te zijn dan Peter had verondersteld. De asbak bleek niet te dateren van
1864 maar uit de jaren ‘70.
De Jocus had in de jaren ‘70 verschillende asbakken uitgegeven voor de jubilarissen
die zich 2 x 11 jaar verdienstelijk hadden gemaakt voor de Jocus.
Peter Ottenheym nam de Ere-Lambieck in ontvangst, vergezeld door de voltallige
Garde Tegeliers; een delegatie van het Venlose Vastelaovesgezelsjap Jocus,
de Huzaren van Glazenap uit Tegelen; een delegatie van ‘t Tegelse Vastelaovesgezelsjap D’n Oeles;
afvaardigingen van de Tegelse oud Oelesprinsen en oud Oelesadjudanten,
Joekskapel De Kaetelaers uit Steyl en leden van de Kaetelaers;
een delegatie van Vastelaovesgezelsjap De Beerpiép uit Tegelen,
Zangkwartet ‘Döbbel Hae - Döbbel Het’ en een groot aantal vrienden
uit het plaatselijke verenigingsleven.