Vivian Metten-van Oorsouw
GOUD 2010
Vivian, een 'Wieërter maegdje', ziet er altijd keurig verzorgd uit.
Ze besteedt de nodige zorg aan haar uiterlijk. Haren in de plooi,
make-up goed, kleding mooi op elkaar afgestemd en zo ging Vivian
op een dag even naar de stad om wat boodschappen te halen.
Het was al wat kouder en dus deed ze zich een fijne warme jas aan.
Nu had ze net de was gedaan en haar mooie lange witte jas gewassen.
Het was een jas met zo’n heerlijke warme bontkraag, met van die stukken
eraan die je zo fijn onder je kin bij elkaar kunt brengen.
Dus ze pakt de jas van het droogrek af, trekt deze aan en ging de stad in.
Terwijl ze winkel in, winkel uit liep, dacht ze de hele tijd:
‘Wat zit die kraag vreemd.’ Er hing de hele tijd wat te wapperen, maar in
de veronderstelling dat dit de stukken waren die je zo fijn onder je kin
kon vast maken, liep ze lekker verder en keek er ook niet meer naar om.
Het winkelen is ook Vivian niet vreemd dus na zo’n 2,5 uur en de hele stad
wel te hebben gehad, ging ze naar huis. Toen ze eenmaal thuis was, bekeek
ze haar jas eens goed om te zien wat dat gewapper nou had veroorzaakt…
Hing er een witte string aan haar kraag!
Jack Cardinaal
ZILVER 2010
Op de Beemdenstraat 4 bij cafetaria De Beemd hadden ze in de zomer van 2009,
van het weer gebruik gemaakt om de jaarlijkse poetsbeurt van de gemeentestoep
te realiseren. Goed voorbeeld doet goed volgen en dus gingen een paar buren
ook aan de slag om het gemeentelijk erfgoed weer helemaal te laten stralen.
Dit alles was buurman Jack Cardinaal niet ontgaan en bij de bestelling van
een friet met frikadel informeerde hij eens naar de geweldige stoep van de
buurman. Na 7 jaar vond Jack het toch ook wel eens tijd worden om de stoep
bij Café Zaal De Cardinaal grondig aan te pakken. Dus nadat hij één en ander
Had nagevraagd hoe hij dit het beste kon aanpakken, ging Jack op zoek naar
een hogedrukreiniger om de klus te klaren.
Zo kon hij naar eigen believen de klus op een efficiënte manier voor
elkaar krijgen zonder al te veel poespas. Wat voor ieder ander in een half
uur zou zijn gedaan, duurde bij Jack een halve dag. En dat was nog niet alles.
Jack onderging ook een gedaanteverwisseling.
Hij begon in schone kleding als Jack van de Cardinaal, maar werd helemaal
onherkenbaar door alle groene smurrie en modder die tegen hem opspatte.
De buurtbewoners waren al in de veronderstelling dat er een nieuwe eigenaar
in de Cardinaal was gekomen. Maar uiteindelijk kon Jack, zo trots als een pauw,
laten weten dat hij mee kon dingen naar de eretitel ‘mooiste-stoepje-van-de-straat.’
Wat onze lieve Jack niet wist was dat de stoep voor Café Zaal Cardinaal daar al
een aantal jaren lag en volgens de gemeentelijke normen hoognodig aan vervanging
toe was. Zo werd de zware dagtaak van Jack door de gemeente nog dezelfde dag om
zeep geholpen en beloond met een nieuwe gemeentelijk trottoir.
Was al dat geploeter voor niks geweest!
Marlie van Dooren
BRONS 2010
Marlie is, samen met haar man Jan, altijd van de partij als er wat te feesten valt.
Zo kwam de dag dat Marlie en Jan waren uitgenodigd voor een bruiloft bij Denneoord.
Marlie had die dag een vroege dienst en dus liep haar wekker al om 06.00 uur af.
Na een hele dag hard werken ging Marlie samen met haar echtgenoot op de fiets richting Denneoord.
Met een fantastische avond, een geweldig feest en flink wat pilsjes achter de kiezen,
ging Marlie rond 02.00 uur naar huis.
Maar ze was zo ontzettend moe dat ze nog amper op haar benen kon staan, dus toen
Marlie eenmaal op de fiets zag, dacht ze: ‘Ik laat Jan voorop fietsen.
Kan hij de wind opvangen en hoef ik alleen maar het lampje te volgen.’
Marlie was zo verschrikkelijk moe dat ze nog maar net de trappers rond kreeg.
‘Ik hou ’t lampje in de gaten en alles komt goed. Verstand op nul en trappen maar,’
aldus de theorie van Marlie.
Nu was het stel net verhuisd van de Vlaaipunt naar de Molenakker en de gebruikelijke
route was daardoor iets veranderd. Na een poosje te hebben gefietst en ’t rode
achterlampje goed in de gaten te hebben gehouden, bedacht Marlie dat Jan toch wel
belachelijk hard aan het fietsen was.
Marlie kon hem nog maar net bijhouden en het leek wel of Jan steeds harder ging fietsen.
Ook had ze op een gegeven moment de indruk dat Jan de verkeerde weg was ingeslagen en
dus begon Marlie maar eens te roepen: ‘JAN, JAAAAN, waar ga je toch naar toe?’
Omdat Jan nergens op reageerde, begon Marlie toch wel een beetje geïrriteerd te raken:
‘Belachelijk dat we zo ver om fietsen, ik sla af en dan zie ik Jan van zelf wel een
keer thuis komen.’ Zo gezegd, zo gedaan. Doodmoe kwam Marlie uiteindelijk thuis aan
en kon haar ogen niet geloven. Jan stond met zijn armen over elkaar onder de carport
en gaf als commentaar: ‘Waar bleef je nou zo lang? Ik sta hier al een kwartier te
wachten!’ Marlie had dan wel het licht gezien, maar volgde het verkeerde achterlicht.